Behandeling van Perifeer Arterieel Vaatlijden

Door slagaderverkalking (atherosclerose) kan een vaatvernauwing of afsluiting in de slagaders ontstaan. Wanneer dit in de beenslagaders gebeurt, spreekt men van perifeer arterieel vaatlijden (PAV). Door een vernauwing of afsluiting van een slagader naar de benen kan minder of zelfs geen bloed doorstromen. Hierdoor ontstaat een gebrek aan zuurstof in het been. Er zijn verschillende behandelingen mogelijk. Onderzoek heeft uitgewezen dat een ingreep (dotteren, een operatie, of zelfs beide) niet vanzelfsprekend hoeft te zijn.

Conservatieve behandeling

Behandelingen waarbij niet wordt geopereerd noemen we conservatieve behandelingen. Er zijn helaas geen medicijnen tegen vaatziekten. Wel zijn er medicijnen die de kans op complicaties van vaatziekten verminderen door de aanwezige risicofactoren (zoals hoge bloeddruk, hoog cholesterol of suikerziekte) te behandelen. Dit zijn bijvoorbeeld een plaatjesremmer, een cholesterolverlager en/of één of meerdere bloeddrukverlager(s). Naast behandeling met medicijnen is het belangrijk niet te roken. Dit is namelijk de belangrijkste risicofactor voor vaatlijden. Ook is het belangrijk om gezond te eten en regelmatig te bewegen.

Goed voorbeeld van meer bewegen is gesuperviseerde looptraining. Looptraining  die is gericht op het opvoeren van zowel de loopafstand als het looptempo. Als deze looptherapie onder begeleiding van een hiervoor opgeleide fysiotherapeut wordt uitgevoerd zijn de resultaten aanzienlijk beter. Alle patiënten met claudicatio intermittens (‘etalagebenen’) in het Catharina Hart- en Vaatcentrum worden in eerste instantie verwezen naar een bij ClaudicatioNet aangesloten fysiotherapeut voor een traject gesuperviseerde looptherapie en leefstijlbeïnvloeding.

Invasieve behandeling

Dotteren noemen we een invasieve behandeling. Bij een dotterprocedure wordt eerst een katheter ingebracht, meestal in de liesslagader. Vervolgens wordt een kleine ballon over een voerdraad naar de vernauwde of afgesloten slagader geschoven en ter hoogte daarvan opgeblazen. De vaatwand wordt hiermee opgerekt, waardoor de bloeddoorstroming herstelt. Soms moet een stent worden gebruikt. Dit is een soort metalen buisje met een gaasstructuur, dat ervoor zorgt dat de vaatwand in zijn opgerekte positie blijft. In vergelijking met een operatie is dotteren minder belastend. De opname is minder lang en het herstel gaat sneller.

Operatieve behandeling

Er zijn verschillende operatieve behandelingen:

  • Schoonmaken van het bloedvat. Het schoonmaken van het bloedvat noemen we een endarteriëctomie. De slagader wordt geopend en dan wordt de inhoud, bestaande uit bloedklonters, kalk en de zieke binnenlaag, verwijderd. Zo blijft een schoon en glad binnenoppervlak achter. Als het nodig is om het vat wijder te maken dan het van nature was, wordt tijdens de ingreep een stukje kunststof of ader als verwijdingspatch in het bloedvat ingehecht.
  • Omleiding. Bij een omleiding (bypass) blijft de afgesloten slagader op zijn plaats. Een nieuw bloedvat (een eigen ader of een vaatprothese van kunststof) wordt vóór en voorbij de afsluiting aan de slagader aangesloten, zodat het bloed via een omweg op de plaats van bestemming komt.
  • Amputatie. Als het zuurstoftekort zeer ernstig is, kan het weefsel zelfs afsterven. Dat zorgt voor donkerblauwe of zwarte verkleuringen. Dit noemen we necrose of gangreen (‘koudvuur’). Ook is het mogelijk dat één of meerdere tenen afsterven. Zonder ingreep (bijvoorbeeld door te dotteren of een operatie) waarbij de doorbloeding wordt verbeterd, is een amputatie van de teen of zelfs het hele been soms niet te vermijden. Afhankelijk van de weefselschade en de mogelijkheid tot het gebruik van een prothese in de toekomst zal de vaatchirurg het niveau van de amputatie bepalen. Dit wordt altijd van tevoren met de patiënt besproken.

© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden