Holteronderzoek

Door een draagbare recorder uw hartslag voor een langere periode te laten meten, kunnen onze artsen van het Catharina Hart- en Vaatcentrum onderzoek doen naar een mogelijke hartritmestoornis. Dit noemen we een holteronderzoek.

Bij een holteronderzoek registreren we uw hartritme 24 of 48 uur onafgebroken met een draagbare recorder: de holter. De meetapparatuur legt de hartslag vast, waardoor onze ook hartspecialisten onregelmatigheden kunnen opsporen. Met het hartfilmpje dat  de recorder maakt, krijgen uw artsen een goed beeld van uw hartritme. Zo kunnen zij bijvoorbeeld vaststellen of u last heeft van een hartritmestoornis.

Waarom voeren we een holteronderzoek uit?

Bij een ablatie gebruikt de arts net als bij een hartkatheterisatie een speciaal katheter om beschadigingen in het hartweefsel aan te brengen. Dit is een dun slangetje met daarin een draad. Het uiteinde van de draad wordt verhit of gekoeld. De arts schuift de katheter vervolgens door de bloedvaten naar het hart en maakt littekens door het hartweefsel te beschadigen. Deze littekens blokkeren de elektrische prikkels die het hartritme verstoren.

Ervaring met holteronderzoek

Patiënten met hartritmestoornissen, zoals boezemfibrilleren of boezemflutter, zijn meestal snel moe, voelen zich onprettig en angstig, zijn misselijk, transpireren veel of hebben pijn op de borst. Na een operatie is de kans groot (70 procent) dat een patiënt zijn of haar ‘oude leven’ zonder hartritmestoornissen weer kan oppakken. Bij een eventuele tweede operatie is het slagingspercentage 95 procent.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden