Hartritmestoornis

Bij een hartritmestoornis klopt uw hart te snel, te langzaam of onregelmatig. U kunt daardoor bijvoorbeeld last hebben van hartkloppingen. Een hartritmestoornis is een verzamelnaam voor aandoeningen waarbij het hart niet goed samentrekt.

Een gezond hart klopt altijd in een regelmatig ritme. Een normaal hart slaat zo’n 60 tot 100 keer per minuut in rust. Wijkt het hartritme af? Dan heeft het hart een hartritmestoornis. De meest voorkomende hartritmestoornissen zijn boezemfibrilleren (meerdere elektrische prikkels tegelijk op diverse plaatsen in het hart), boezemtachycardie (het hart klopt te snel) of een bradycardie (het hart klopt te langzaam). In sommige gevallen trekken de boezems van het hart te snel samen, dit noemen we boezemflutter. Het probleem dat een hartritmestoornis veroorzaakt, kan op verschillende plaatsen voorkomen. Bijvoorbeeld in de boezems (boezemfibrilleren), de kamers of bij de sinusknoop.

Symptomen

Klachten die veel voorkomen bij een hartritmestoornis zijn hartkloppingen, hartoverslagen, een pijnlijk of drukkend gevoel op de borst, zweten, misselijkheid, een licht gevoel in het hoofd, of een een onprettig, angstig of benauwend gevoel. De hartkloppingen kunnen in aanvallen komen, afgewisseld met een normaal hartritme. Bij een aanval verandert het hartritme plotseling en wordt dan even plotseling weer normaal.

Oorzaken

De oorzaak van een hartritmestoornis is niet altijd duidelijk. Een hartritmestoornis kan bijvoorbeeld ontstaan door een schildklierziekte, een longontsteking, na een zware inspanning, door het drinken van veel alcohol of door veel koffiegebruik. Onderstaande factoren verhogen de kans op een hartritmestoornis, zoals boezemfibrilleren, boezemtachycardie of een bradycardie:

  • ouderdom
  • een te snel werkende schildklier
  • een hartinfarct in het verleden
  • cardiomyopathie (een hartspierziekte)
  • hartdalen
  • een operatie aan het hart
  • het gebruik van bepaalde middelen zoals tabak, alcohol en drugs
  • een aangeboren hartafwijking

Onderzoeken

Deze onderzoeken kunnen de hartspecialisten van het Catharina Ziekenhuis uitvoeren om een hartritmestoornis bij u vast te stellen:

In het Catharina Ziekenhuis behandelen we jaarlijks duizenden mensen die last hebben van een hartritmestoornis. Onze hartspecialisten doen ook veel wetenschappelijk onderzoek naar nieuwe manieren om bijvoorbeeld de hartritmestoornis boezemfibrilleren te behandelen. Het Catharina Ziekenhuis biedt u een breed pakket aan innovatieve behandelingen van een hartritmestoornis, zoals de implantatie van een pacemaker. Wij waren ook één van de eerste ziekenhuizen in Nederland die de nieuwe techniek epicardiale ablatie aan konden bieden. Bij de epicardiale ablatie wordt de katheter waarmee de behandeling wordt uitgevoerd via de borst in het hartzakje ingebracht. Bij de standaard ablatie-technieken wordt de katheter via de lies naar de binnenkant van het hart gebracht.

Een hartritmestoornis kan een negatieve invloed hebben op uw kwaliteit van leven. Na de behandeling in het Catharina Hart- en vaatcentrum is de kans groot dat u uw ‘oude leven’ zonder hartritmestoornis weer kunt oppakken.

Cardioloog prof. dr. Cardioloog prof. dr. Lukas Dekker over Hartritmestoornis

Veelgestelde vragen

  • Boezemfibrilleren is een hartritmestoornis waarbij de boezems van het hart snel en ongecontroleerd samentrekken. De hartslag kan oplopen naar 150 a 200 slagen per minuut, twee keer zoveel als normaal. Het hart bestaat uit vier holtes: twee boezems (of atria) en twee kamers (of ventrikels). Boven in het hart zit de sinusknoop: de elektriciteitscentrale van het hart. Die stuurt elektrische prikkels door het hart waardoor eerst de boezems en een fractie van een seconde later de kamers samentrekken. Dat zorgt dat het bloed door het hart -en de rest van het lichaam- wordt rondgepompt. Bij boezemfibrilleren is er niet sprake van één, maar van tientallen elektrische prikkels, die zich onafhankelijk van elkaar door de boezems begeven. In plaats van dat ze in een keurig ritme tegelijkertijd samentrekken, trillen ze maar wat aan. Als gevolg van die chaos raken ook de hartkamers ontregeld.

  • De klachten bij boezemfibrilleren beginnen meestal aanvalsgewijs: de klachten komen op en verdwijnen vanzelf. Soms duurt zo’n aanval een paar minuten, soms een uur of een dag. In de loop van de tijd komen de aanvallen vaker terug en/of duren ze langer. Uiteindelijk kan het boezemfibrilleren chronisch worden en is er constant sprake van een verstoord en versneld hartritme.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden