Echografie

Bij een echografie maken we inwendige organen zoals de galblaas, lever, nieren en blaas zichtbaar met geluidsgolven. Deze geluidsgolven hebben een zodanig hoge frequentie, dat ze niet hoorbaar zijn. Daarom noemen we dit onderzoek ook wel een ‘ultrageluidsonderzoek’. We plaatsen een apparaatje op de huid dat geluidsgolven uitzendt en weer opvangt. Het teruggekaatste geluid wordt omgezet in een beeld op een beeldscherm.

De radioloog (of laborant) brengt eerst gel aan op uw huid. Deze gel geleidt de geluidsgolven. Daardoor zijn de verschillende organen en/of structuren goed af te beelden. Vervolgens beweegt de radioloog met het apparaatje over de huid. De radioloog slaat beelden van wat hij op het beeldscherm ziet op. Soms vraagt de radioloog u om op de linker- of rechterzij te gaan liggen of om even de adem vast te houden.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden