Neuromodulatietest (Folder)

Bekkenbodemcentrum Chirurgie Urologie
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Neuromodulatietest (Folder)

U heeft blaas en/of darmklachten waarvoor zogeheten ‘neuromodulatie’ mogelijk een effectieve behandeling kan zijn. Neuromodulatie is het door elektrische stroompulsjes opnieuw programmeren van de zenuwen. Door neuromodulatie worden ongewenste prikkelingen van de zenuwen verminderd en gewenste prikkelingen geactiveerd.

Om te weten of uw klachten goed reageren op neuromodulatie, wordt eerst een neuromodulatietest gedaan. Een verpleegkundig specialist (VS) of physician assistant (PA) voert deze test uit. Dit zijn zorgverleners met ervaring die hiervoor speciaal zijn opgeleid. Als uit de test blijkt dat uw klachten verminderen, wordt de mogelijkheid bekeken of u in aanmerking komt voor plaatsing van een definitieve neuromodulator.

U heeft een afspraak voor een neuromodulatietest op de polikliniek Urologie. In deze folder vindt u meer informatie over deze test. Het is goed u te realiseren dat de situatie voor u persoonlijk anders kan zijn dan hier is beschreven.

Wat is neuromodulatie?

Bij neuromodulatie wordt gebruik gemaakt van zwakke elektrische stroompjes om zenuwen in de onderrug (net boven het staartbeen) te stimuleren. Deze zenuwen sturen de blaas, darmen en de omliggende spieren aan. Een neuromodulator is een apparaatje dat operatief onder de huid van de bil wordt aangebracht. De neuromodulator wordt in contact gebracht met de zenuw die de blaas en darmen stimuleert. Door het apparaatje met een afstandsbediening te activeren, loopt er een stroompje naar de zenuwen die de blaas en of darmen beïnvloeden.

Tijdens de neuromodulatietest wordt alleen getest of een neuromodulator bij u werkt. Als na deze test blijkt dat uw klachten verminderen, komt u mogelijk in aanmerking voor een neuromodulator. Het plaatsen van de definitieve neuromodulator wordt tijdens een operatie gedaan.

Voor wie is neuromodulatie geschikt?

Neuromodulatie is geschikt voor de behandeling van zogeheten ‘functionele’ blaasstoornissen en sommige darmklachten. Ook wordt neuromodulatie toegepast bij patiënten die juist heel vaak moeten plassen. Deze behandeling wordt pas overwogen als de gebruikelijke behandelmethoden niet tot het gewenste resultaat hebben geleid. Alleen uw arts/VS/PA kan beoordelen of neuromodulatie geschikt is voor de behandeling van uw klachten.

Voorbereiding

Let op: Als u bloedverdunners gebruikt, meldt dit dan bij uw behandelaar. In overleg met uw behandelaar moeten deze middelen mogelijk tijdelijk worden gestopt.

Aanleggen van het testkastje voor neuromodulatie

Bij binnenkomst vragen we u uw schoenen en onderkleding uit te doen. Dan gaat u op uw buik op een onderzoekstafel liggen. Uw rug wordt ontbloot en gedesinfecteerd. Daarna wordt de huid en omgeving op twee plaatsen boven de bilspleet verdoofd met een injectie. Deze verdoving moet vijf minuten inwerken.

De VS/PA maakt ondertussen alles klaar voor de test. Na vijf minuten plaatst VS/PA een naald op de verdoofde plaats. Deze naald wordt aangesloten op het testkastje dat zachte elektrische prikkelingen geeft. Dit kunt u voelen in uw onderbuik, vagina of scrotum (balzak), anus of in de rug zelf. Het voelt niet als pijn, maar als een tinteling.

De VS/PA vraagt u om telkens aan te geven waar u het voelt tintelen. Op die manier wordt de plek bepaald waar de optimale werking van de neuromodulatie wordt verwacht.

Op die plek wordt een dun draadje geplaatst. Als alles op de juiste plaats is aangebracht, wordt de draad met een pleister op uw huid vastgeplakt en mag u zich weer aankleden. Dit deel van de test duurt ongeveer een half uur.

Aansluiten en instellen van het testkastje

Als u weer aangekleed bent, sluiten we het testkastje aan. Dit kastje wordt aangebracht in een riem die u om uw middel draagt. Het kastje wordt door uzelf bediend met een afstandsbediening. U kunt hiermee zelf de sterkte van de trillingen regelen. Het gevoel kan in de loop van de dag wisselen. Dit betekent dat u de sterkte van de trillingen aan kunt passen.

Als het kastje goed is aangesloten en u geleerd heeft hoe u deze gebruikt, wordt er een röntgenfoto gemaakt om te controleren of de draad op de juiste plaats is aangebracht. Na het maken van de foto mag u met het aangesloten testkastje en de afstandsbediening naar huis. U krijgt een afspraak mee voor het bespreken van de resultaten van de test met de VS/PA.

  • Als u alleen blaasklachten heeft, duurt de testperiode 7 tot 14 dagen en wordt de afspraak na de plaatsing gepland.
  • Heeft u (ook) darmklachten, dan is de testperiode 14 dagen en wordt de afspraak na die tijd gepland.
Autorijden

Als u gedurende deze week zelf autorijdt, adviseren wij u tijdens de autorit het testkastje uit te zetten. Dit om onverwachte reacties te voorkomen. U hoeft het testkastje niet uit te zetten als u als bijrijder meerijdt in een auto.

Bijstellen van de trillingen

U draagt het testkastje aan een riem rond uw middel. Het testkastje moet in principe continu aanstaan, dus ook ’s nachts. Houd goed in de gaten of u de trillingen blijft voelen in het gebied van de anus of de geslachtsdelen. Als de trillingen minder worden of verdwijnen, betekent dit dat u de stand moet verhogen met behulp van de afstandsbediening. De VS/PA legt dit aan u uit.

Aandachtspunten tijdens het dragen van het testkastje

Voor een zo duidelijk mogelijk resultaat van de test, is het belangrijk dat u zich houdt aan de onderstaande zaken:

  • Afhankelijk van uw klachten, vult u één of twee dagboeken in. Deze geven uw behandelaar inzicht in uw drink- en plasgedrag en/of ontlastingspatroon. Bij blaasklachten houdt u een zogeheten ‘mictiedagboek’ bij: een vragenlijst waarin u noteert wanneer en hoeveel u heeft gedronken en geplast. Ook geeft u hierin aan of en wanneer u pijn of aandrang tot plassen heeft gevoeld. Als u opvangmateriaal gebruikt, noteert u wanneer u dit heeft verwisseld. Bij ontlastingsproblemen houdt u gedurende de hele testperiode een vergelijkbaar ‘ontlastingsdagboek’ bij. De VS/PA legt dit aan u uit en bespreekt de resultaten met u na de testperiode.
  • U laat het testkastje zoveel mogelijk aan staan, ook ’s nachts en tijdens toiletgebruik. Zet het kastje echter uit, als de trillingen tot onverwachte situaties kunnen leiden, bijvoorbeeld als u zelf een auto bestuurt.
  • Verhoog de stand van het kastje als u de trillingen niet meer voelt. Verlaag de stand als de trillingen te hinderlijk of te pijnlijk zijn.
  • Vermijd fietsen, sporten en seksuele activiteit om te voorkomen dat de draden hierdoor losraken.
  • Vermijd zwaar tillen (>5 kg) en bullen. Mocht u toch moeten bukken, ga dan door uw knieën en houd u rug recht.
  • Voorkom dat de pleisters nat worden en loslaten. U mag daarom niet douchen of in bad gaan. U mag zich wel wassen, maar voorkom daarbij het nat worden van de pleisters.
Werking van de afstandsbediening

U draagt het testkastje aan een riem rond u middel. U heeft uitleg gekregen over het gebruik van de afstandsbediening die bij het testkastje hoort. Het testkastje moet in principe continu aanstaan, dus ook ’s nachts. Houd goed in de gaten of u de trillingen blijft voelen in het gebied van de anus of de geslachtsdelen. Als de trillingen minder worden of verdwijnen, betekent dit dat u de stand moet verhogen met behulp van de afstandsbediening. De afstandsbediening geeft ook aan wanneer de batterij van het testkastje moet worden vervangen. Blijft een probleem zich voordoen nadat u de batterij heeft vervangen? Neem dan contact op met de polikliniek Urologie.

Zijn er risico’s of complicaties?

Er zijn geen risico’s verbonden aan deze test. Er zijn al duizenden mensen op deze manier zonder problemen onderzocht.

Uitslag van de test

Op de afgesproken datum en tijd komt u op controle bij de VS/PA. Deze bespreekt met u het effect van de test en verwijdert het kastje en de draad. Als de test een gunstig effect heeft en uw klachten zijn verminderd, bespreekt de VS/PA  met u het vervolg. 

Vragen

Als u na het lezen van deze folder vragen heeft, kunt u terecht bij de VS/PA. Deze is te bereiken via de polikliniek Urologie, op werkdagen tussen 08.00 uur en 16.30 uur. Meld er altijd bij dat het om neuromodulatie gaat. Natuurlijk kunt u uw vragen ook stellen tijdens uw afspraken. 

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
Telefoon 040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Spoedeisende Hulp
040 – 239 96 00

Polikliniek Urologie
040 – 239 70 40

Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Urologie kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/urologie


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden