Manchester Fothergill operaties (Folder)

Bekkenbodemcentrum Gynaecologie
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Manchester Fothergill operaties (Folder)

U wordt binnenkort in ons ziekenhuis opgenomen omdat u een verzakking aan de baarmoeder heeft waarvoor een operatie nodig is. Deze folder geeft uitleg over het ziektebeeld, de operatie en de nazorg. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen dan kunt u ze aan uw behandelend arts stellen.

Een verzakking van de baarmoeder komt regelmatig voor. Ongeveer 1 op de 10 vrouwen die kinderen heeft gehad ondergaat in haar leven een operatie voor vaginale verzakking. Een verzakking kan ontstaan door verslapping of schade aan de structuren die de baarmoeder en vagina steunen.

Afbeeldingen bekkenorganen en baarmoederverzakking.JPG
Bron afbeelding: Yourpelvicfloor.org, IUGA, 28 januari 2019

Wat is een Manchester Fothergill operatie?

Er zijn meerdere manieren om een vaginale verzakking te verhelpen. Uw gynaecoloog kan u informeren over de verschillende behandelmethoden. Bij een Manchester Fothergill operatie wordt een deel van de baarmoederhals verwijderd en blijft de rest aanwezig, waarbij de normale anatomie van de schede volledig behouden blijft.

De operatie bestaat uit:

  • Inkorten van de ophangbanden van de baarmoeder. De ophangbanden zijn het natuurlijke steunweefsel van de baarmoeder. Door de banden in te korten wordt de baarmoeder weer naar haar oorspronkelijke positie gebracht. Ook wordt een stukje van de baarmoederhals verwijderd. Hierdoor krijgt de schede de oorspronkelijke lengte terug.
  • Voorwandplastiek. Als het nodig is wordt er tegelijkertijd een voorwandplastiek gedaan. Hierbij wordt de blaas teruggebracht in de oorspronkelijke positie.
  • Achterwandplastiek. Als het nodig is wordt ook een achterwandplastiek gedaan. Hierbij wordt de darm weer teruggebracht in de oorspronkelijke positie en worden zo nodig de bekkenbodemspieren in het midden weer beter tegen elkaar gebracht.
Manchester 2.JPG
Bron afbeelding: Yourpelvicfloor.org, IUGA, 28 januari 2019

Hoe effectief is de operatie?

Het succespercentage is net als andere verzakkingsoperaties niet 100%. Uw arts bespreekt dit met u. Er is dus een kans dat in de toekomst een verzakking terugkomt waarvoor weer een behandeling
nodig is.

Complicaties

Zoals bij iedere operatie, kunnen ook bij de Manchester Fothergill operatie complicaties optreden. Gelukkig komen deze niet vaak voor en kunnen ze meestal verholpen of behandeld worden.

De volgende complicaties kunnen voorkomen:

  • Bloeding in de schede tijdens de operatie. Bij teveel bloedverlies krijgt u een bloedtransfusie.
  • Een gaatje in de blaas tijdens de operatie. Dit kan op hetzelfde moment worden hersteld.
  • Een gaatje in de darm tijdens de operatie. Dit kan op hetzelfde moment worden hersteld.
  • Het lukt niet om te plassen. Mocht dit het geval zijn dan wordt u aangeleerd de blaas zelf leeg te maken met een kathetertje, totdat het plassen weer normaal verloopt. De kans op een permanente blaasontledigingsstoornis is klein.
  • Blaasontsteking. Soms treedt na de operatie een blaasontsteking op, u krijgt dan antibiotica.
  • Pijn bij vrijen. Sommige vrouwen ervaren ongemak of pijn tijdens geslachtsgemeenschap. Alles wordt in het werk gesteld om dit te voorkomen, maar desondanks kan het soms toch ontstaan. Andere vrouwen ervaren geslachtsgemeenschap juist beter omdat de verzakking is verholpen.

Ontslag en ontslagadvies     

Voordat u met ontslag gaat volgt een ontslaggesprek met de arts en de verpleegkundige. Indien alle controles goed zijn en u zelf kunt plassen en kunt mobiliseren mag u met ontslag.

  • Twee weken na de operatie wordt u gebeld door een verpleegkundige van de afdeling gynaecologie om te controleren of het herstel normaal verloopt.
  • Zes weken na de operatie volgt een nacontrole bij uw gynaecoloog. Deze afspraak is telefonisch. Indien u de voorkeur geeft aan een fysieke afspraak dan kan u dit aangeven.
  • 3 maanden, 1 jaar en 2 jaar na uw operatie stellen wij u de vraag hoeveel u verbeterd bent wat betreft uw klachten. U wordt via de mail of via een SMS benaderd. Wij stellen het op prijs indien u deze vraag beantwoord, zodat wij inzicht hebben in de geleverde kwaliteit van de zorg.

Leefregels

In de eerste weken na de operatie moet u situaties vermijden waarin veel druk op de operatiewond ontstaat zoals: tillen, persen, forse inspanning, hoesten en obstipatie.

  • Het tillen van een emmer water of een zware boodschappentas is onverstandig, dit kan een goede genezing van het geopereerde gebied beïnvloeden. Het is dan ook belangrijk om de eerste zes weken na de operatie bij zwaardere huishoudelijke bezigheden hulp te regelen. Lichtere werkzaamheden, zoals koken of afwassen kunt u geleidelijk weer gaan doen. Maximale sterkte en genezing is opgetreden na drie maanden en tot die tijd moet het tillen van meer dan 10 kg worden vermeden.
  • Na ongeveer vier weken mag u weer beginnen met fietsen, mits uw concentratie en conditie het toelaten. Het zitten op het zadel kan nog wel wat ongemakken geven
  • U mag autorijden zodra u zich er zelf weer veilig bij voelt, meestal is dit na twee tot vier weken. Het is verstandig de eerste keren geen grote afstanden te rijden en niet alleen te gaan.
  • Vaginaal bloedverlies. Vaginaal bloedverlies kan tot ongeveer zes weken na de operatie optreden. U mag hiervoor geen tampons gebruiken. Het bloedverlies wordt langzaam minder en gaat vaak over in bruinige of gelige afscheiding. Hechtingen in de schede lossen vanzelf op. Ze kunnen tot ruim zes weken na de operatie vanzelf naar buiten komen.
  • Douchen en baden. U mag in bad als er geen vaginaal bloedverlies meer is. Douchen mag altijd.
  • Het is belangrijk de ontlasting soepel te houden. Bij hard persen kan het weefsel weer loslaten. U krijgt een laxeermiddel om ervoor te zorgen dat de stoelgang gemakkelijk gaat. In principe gaat u hiermee door tot aan de nacontrole. Wordt de ontlasting te dun, dan kunt u ermee stoppen of het laxeermiddel om de dag gebruiken.
  • U krijgt het advies om de eerste zes weken na de operatie geen geslachtsgemeenschap (penetratie) te hebben (dit om het litteken goed te laten genezen). De eerste tijd na de operatie hebben de meeste vrouwen vaak minder zin in vrijen. De eerste gemeenschap wordt vaak ook als eng beschouwd. Aarzel niet om bij seksuele problemen een nieuwe afspraak met de gynaecoloog te maken om hierover te praten. Vaak kan er wel wat aan gedaan worden.
  • Het is te adviseren om vier tot zes weken ziekteverlof in te plannen. Uw arts kan u hierin verder adviseren omdat dit afhankelijk is van uw werkzaamheden.

Meer informatie over leefregels vindt u in deze folder op onze website.  

Neem bij een van de volgende complicaties contact op met het ziekenhuis:

  • koorts (>38°C);
  • toenemende pijn;
  • toenemende roodheid, zwelling of vochtverlies bij de wond;
  • toenemend verlies van helderrood bloed;
  • blaasklachten of pijn bij het plassen.

Meer informatie?

Wilt u meer lezen over dit onderwerp? Op de volgende websites vindt u veel informatie.

Opleidingsziekenhuis

Het Catharina Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Wij leiden artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners op. Dit betekent dat ook een zorgverlener in opleiding uw behandeling, onderzoek of operatie kan uitvoeren. Maar dit is niet altijd zo. Uw veiligheid staat altijd bij ons voorop. Als een zorgverlener in opleiding u helpt, werkt deze altijd onder begeleiding van een gediplomeerd zorgverlener. Als u niet wilt dat een zorgverlener in opleiding u helpt, dan kunt u dit met uw arts bespreken.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de polikliniek Gynaecologie.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Polikliniek Gynaecologie
040 – 239 93 00

Routenummer(s) en overige informatie over de polikliniek Gynaecologie vindt u op www.catharinaziekenhuis.nl/gynaecologie


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden